ALS Dan Toch
Garmt was experiencing ALS – so you don’t have to!
Laat een bericht achter op de gedenkplaats van Garmt:
https://www.memori.nl/gedenkplaats/garmt-van-soest/
Geef een bijdrage om de film over Garmt te kunnen realiseren. Voor Zoë.
https://www.doneeractie.nl/garmt/-4282
Twee films, een een geniaal werk over een genie, de ander een mislukte grap van een vage acteur. Het gaat dus niet om de films maar om puur en alleen de titels.
Ben ik er nog?
Ben ik nog Garmt als ik niet meer een bevredigend luide pets op de billen van Iris kan geven, vroeg ik me een jaar geleden al af. Ik herken je niet meer aan je stem, maar je gebaren blijven zo sprekend jou, zei een kennis een half jaar geleden.
Hoe smaakt het?, vraagt Jos, en mijn hoofd begint al aan een antwoordzin die start met “Nou, Jos, het is voor iemand in jouw positie een ietwat lastige trade-off, kan ik me voorstellen, maar als je ooit overweegt een maagsonde te nemen, realiseer je dan dat je aan het rijtje van de plussen bij jou misschien niet “nodig om te blijven leven” kunt zetten, maar dat daar wel staat, “gebruik je smaakpapillen maar een keer per dag”, wat, zoals iedereen die ooit gevast heeft weet, onherroepelijk tot een sterk verhoogde smaakbeleving leidt, hetgeen mij in ieder geval op dit moment in staat stelt om een onhemelse verrukking te ervaren bij deze door jouzelfgebakken nepnectarinepruim-tarte-tatin met rozemarijn”, of zoiets, ik improviseer meestal halverwege de zin wat ik eigenlijk ga zeggen. Ik bedoel, mijn hoofd produceert nog steeds dat soort onzin waar ik toch een deel van mijn identiteit in ervaar als ik het razendsnel in een goed getimede wtf met anderen deel, maar nu komt mijn mond niet verder dan, “lekker”, wat ik met toegeknepen ogen voor de concentratie drie keer moet herhalen voordat het overkomt. En weer ben ik bang, zoals ik tegenwoordig wel vaker ben. Zou Jos mijn waardering wel begrijpen? Is het voor hem niet steeds irritanter om aan tafel te zitten met een toeschouwer die zich vooral verslikt en eten over tafel hoest? Ben ik nog daar waar hij me kan vinden als hij een vriend nodig heeft?
Ben ik er nog, vraag ik me af als ik moet beslissen wat ik met mijn inmiddels nutteloze leren werktas doe. I’m not there, denk ik, als ik de berging binnenrijd en kiteboards zie die de wateren van Australie, Nieuw Zeeland, Bonaire, Frankrijk, Spanje en vast nog wel een paar naties bevaren hebben. I’m not there, dat stuk van mij is dood, weg.
Vroeger begon ik met de eerste call in de auto om acht uur. Negen uur bij de klant, rond zeven uur weg, naar kantoor voor nog meer praten, of naar huis om je deliverables af te maken. Iris werd er wel eens wanhopig van, vroeger, als ik om elf uur savonds opgehaald werd van een dagje Londen, en ik nog steeds aan de telefoon zat. Vroeger. Vroeger is anderhalf jaar geleden. Inmiddels ben ik van de werkverslaving genezen, maar het jeukt nog. Meer slaap nodig, alles gaat langzamer. Ik geniet grenzeloos van de papadagen die ik misschien niet gehad had als ik gezond was, maar die grensverleggende (mijn eigen grenzen, dus) zuidasyup, die ben ik niet meer. I’m not there. Een, twee maand geleden mocht ik nog speechen, vandaag kan ook dat niet meer.
In brieven naar Iris krijg ik nog wel een volzin aaneen. Ik hoop dat ze me erin blijft zien. Samen op de bank zitten kan nog prima. Naar haar luisteren gaat zelfs beter. Hier, achter mijn monitor met oogsensor, ben ik nog in staat om te laten zien wie ik van binnen ben. Al is het niet meer in kwantiteit; vroeger regelde ik met whatsapp tijdens het tandenpoetsen een vakantie, terwijl ik een foto van mijn tandenborstel op facebook postte, wat dan niet de bedoeling was, maar dat dan ook wel weer snel hersteld was. Nu gaat alles zo, zo traag, en is er zo weinig tijd over na al die zorg en slaap, bah. Ik klauw naar minuten, na alles wat belangrijker is, om iets te regelen, om iets te schrijven, het gevoel waardevol te zijn achterna jagend. Mijn wereld wordt zo snel zo klein… Ik ben er nog, hier, voel ik mezelf ielig piepen.
We zijn een dagje weggeweest, waarin ik zag hoe veel er veranderd is, en hoe moeilijk het nog is om van elkaar te genieten. Wel leuke avonturen beleefd, weer een bijzondere en langdurende herinnering erbij. Zoe was voor het eerst een nachtje logeren, ik merk beschaamd dat ik haar zo goed als niet gemist heb. Ze ligt alweer in haar eigen bed als we savonds thuiskomen. We wekken haar voor de avondvoeding, door haar dwangb..inbakerdoek los te maken. Baby’s zijn al schattig, en nog meer als ze zich uitrekken. Haar armpjes strekken zich uit, ze grijpt naar de lucht, beweegt haar hoofd alle kanten op. Oogjes gaan open, het behang wordt bekeken, de bedrand, het plafond.
Ik moest wel even denken aan De Dijk, toen ik ze in een piepklein kroegje op Bonaire dat nummer zag spelen, toen ik ergens tijdens de afgelopen dagen voor de zoveelste keer door vier grote zennies uit mijn stoel en op het kussen werd gehesen. Met veel kracht werden mijn benen dan in de lotus gevouwen (“Origarmt!”, grapte er een fluisterend) en als de slappe lach voorbij was konden we met ons veertigen de meditatie aanvangen. Sesshin kun je niet alleen. Onderaan de post een fotootje.
Sesshin, dus. Met plaatselijke thuiszorg, die behalve mijn ochtendritueel tevens de gemiddelde bloeddruk in het klooster verzorgen; “Er is alweer zo’n knappe verpleegster voor Garmt!”, roept Broeder V. onthutst op de derde dag, en plots moet mijn rolstoel door vier zennies naar mijn kamer gebracht worden zodat er kennis gemaakt kan worden. Sesshin dus, met veel hulp van medezennies. Zo kan het gebeuren dat er eentje je billen staat te wassen, en je hem vraagt wat hij in het dagelijks leven doet. “Rechter”, luidt het antwoord, wat mij dan weer in staat stelt om een oud familiegrapje als compliment te maken: “Mocht het toch niets worden als rechter, dan kun je altijd nog de thuiszorg in.”, wat hij daadwerkelijk een groot compliment vindt.
Sesshin, dus. Ik worstelde met twee thema’s; vrede en lastpost zijn. Dat wil zeggen, ik worstelde eigenlijk niet met de vrede, maar ervoer die wel, al een geruime tijd zelfs. Ik heb vrede met mijn situatie, en toch vecht ik er in meerdere of mindere mate mee. Als ik nu sterf, dan doe ik dat in vrede. Maar, dat kan toch helemaal paradoxaal niet? Houd ik mezelf voor de gek? Volgens de aanwezige Meesters niet. Vooruit dan. De lezer twijfelt vast aan die vrede van mij, ik schaam me er ook een beetje voor, ik schrijf vooral als ik wanhopig ben, maar ik zei het al vroeg in een van mijn eeste posts: vechten tegen een monster waarvan je niet kunt winnen is ook leuk. Ah, ik heb nog zoveel letters nodig om het uit te leggen…
Dat tweede thema zal jullie een stuk bekender voorkomen, Garmt als lastpost. Naarmate de ziekte vordert word ik steeds meer een belasting voor mijn omgeving, ik wil geen lastpost zijn maar ik wil wel leven, ook al heb ik paradoxaal genoeg dus ook de bereidheid om te sterven. Hoe besluit je hoe lang je kunt leven met het besef dat je steeds meer moet vragen? Wat mag ik vragen? Ik wil geen lastpost zijn.
Sesshin, dus. Ik ben bij sesshins geweest waar je na het woord “Hallo” een week lang geen enkel ander geluid maakte dan soetrazingen of een koanpoging, maar bij Nico is alles wat milder. We gaan wandelen met ons drieen, trekken diepe voren in het drassige grasland met mijn rolstoel. Gezellig kletsend onderweg, had ik maar een kyosaku, denk ik, maar zwijg mild. We kijken uit over een vijver, schitterend, zoveel geluiden, en ik waag toch een poging om mijn begeleiderzennies bewust te maken van de oorverdoverende schoonheid die zich openbaart aan eenieder die gewoon even een minuut zijn waffel houdt. Ik kies mijn zinnen zorgvuldig en zeg: “Ooit wachtte ik in Plum Village op een bus. We stonden te praten en een leerlingmonnik vroeg, How many birds do you hear?”. Twee seconden is het stil. Ah, zegt de een, even tellen. Hoor je die tjieftjieftjieftjief? Nee, dan die graak kwak gnurk! Schitterend! Ik hoor er al vier, roept die ander weer enthousiast, etc, etc, tot eentje zich hardop afvraagt, of zou hij bedoelen dat we gewoon even stil moeten zijn? Zennies. Je moet er wel van houden. Gelukkig doe ik dat in ieder geval van deze twee.
Sesshin, dus, en hoewel ik nog best wat mooie inspiratie heb om pagina’s vol te oogbollen, skip ik naar de laatste meditatieperiode van de sesshin. Traditiegetrouw wordt er dan muziek geluisterd, en omdat ik altijd al eens heb willen zien wat harde industrial met innerlijke vrede doet had ik gevraagd om de muziek uit te mogen kiezen. Hieronder staat wat ik er kort over verteld heb, daarna de playlist, als slot de wijze woorden waarmee de Meester de sesshin afsloot.
Het eerste nummer is van Eels. De zanger is verknipt, en maakt vaak heel zwartgallige muziek. Daarom is dit nummer zo bijzonder. Het is gewoon godverdomme een mooie dag, zingt hij. De tekst is niet eenvoudig. Hij beschrijft allemaal banale en alledaagse taferelen. Door zijn muziek zie je de overweldigende schoonheid van die dingen.
Het tweede nummer is gewoon een mooi uitgevoerd liedje. Ik hoorde het vorige week in vredenburg, in Utrecht, door een Ierse zanger. Het is een cover van een hit uit de jaren tachtig. Ik laat zo even een stukje horen. Het gaat over hogere liefde. Bestaat dat?
Het derde nummer is een van de meest bijzondere werken die ik ken. Nine Inch Nails. Ook een band van eigenlijk maar één man. Begonnen met hele heftige industriële muziek, hij zong over neuken en heel agressief dansen. Met dit nummer hoorde ik zijn verlichting. Het gaat over het eerste plaatje van de os. Alles op zijn plek, alles zeker. Veilig. Of toch? Kijk naar de tijger in zijn kooi. Weet je zeker wie van jullie twee opgesloten zit? Het nummer brengt je naar de realiteit, en vraagt je, durf je die te zien?
Tot slot. Een mede zennie, Leonard Cohen. We gaan naar huis, going home. Hij zingt over zichzelf, maar vanuit welk oogpunt? I love to speak with Leonard. Dat woordje with, geweldig. Spreekt hij met of via? Leonard knows he is really nothing more than the brief elaboration of a tube. We’re going home, without our sorrow, without the costume that we wore.
Thank you!
Zo klonk het toen ik het uitsprak met mijn nepstem. De playlist is hier, aldus:
Eels, Mr. E’s beautiful blues, youtube, lyrics.
James Vincent McMorrow, Higher love, youtube, lyrics.
Ni ne Inch Nails, Right where it belongs, youtube, lyrics.
Leonard Cohen, Going Home, youtube, lyrics.
Check dat, oogbolgymnastiek om al die linkjes in de tekst hierboven te krijgen zonder handen. Maar dan, de sesshin zit erop, na hard mediteren zijn we allemaal instant verlichte buddha’s geworden. De Meester richt nog eenmaal zijn wijsheid tot ons, en noemt zelfs mij persoonlijk in zijn slotwoord! “Nog even over die angst van Garmt, om een lastpost te worden. Ik weet niet of het helpt, maar, realiseer je, dat, eh..” Hij aarzelt even. De zaal hangt aan zijn lippen. Ik sterf nog eerder van spanning dan van ALS als die ouwe nu niet snel zijn oplossing met me deelt. Hij gaat eindelijk verder: “Je bent altijd al een lastpost geweest. Dus wat dat betreft…”