Oh wat erg! Wat erg!
(vat u de referentie al? Vorige keer H. Teeuwen, beroemd Neerlands dichter, deze keer is het wat obscuurders, want afkomstig uit een TV-serie, en zoals we weten bestaat dat eigenlijk niet meer sinds Netflix. Een westvleeteren 12 voor de laatste die het raadt. Jos uitgezonderd. Of Gerrie.)
Is het een bijwerking van de medicijnen, de nierschop van Iris in haar slaap (waarbij ik er, als goed echtgenoot, gewoon te goeder trouw vanuit ga dat ze ook echt slaapt, in plaats van me stiekem in het holst van de nacht terug te pakken voor de lange, lange lijst van kleine en minder kleine zondes die ik jegens haar bega(an ben)) of gewoon de emotional overload, die ervoor zorgt dat ik me elke dag vermoeider begin te voelen? Who cares.
Things to like today:
- Lowlands komt eraan!
- Winnaar van de officieuze award voor het geven van de beste speech ooit (zelfs een niet-Nederlands-sprekende Engelsman complimenteerde mij welgemeend)
- Lekker weer, weer
Things not to like today:
- Mensen die je beterschap wensen
- Mijn rechterarm die zichtbaar dunner wordt
- Je realiseren dat het leven gewoon doorgaat
Vrijdag even op kantoor. Daar sta je dan tussen de overactieve betwetende go-gettertjes. Heel mooi gesprek met een van onze directeuren – in tijden van crisis leer je kennen wat mensen echt belangrijk vinden, en onze directeuren vinden het belangrijk om in eerste instantie goed voor hun mensen te zorgen.
Anyway. Vrijdagmiddag op kantoor, dus. Je realiseert je zo via het misselijke gevoel in je buik aan het einde van de borrel dat het niet aan de overjarige bitterbal lag maar dat het zo vroeg of laat toch echt door moet gaan dringen. Anderhalve week ren je als een bokser door de ring, keihard schreeuwend “NIETS AAN DE HAND! NIETS AAN DE HAND!”, omdat je gewoon nog niet door hebt dat Muhammed Ali je vol op je knar getokt heeft. Tok. Oe. Toch even zitten misschien. “He, he, even zitten”. Volgens een artikel van de NRC een van de meest gehate zinnen die Nederlanders uitstoten in verre landen als ze daar op vakantie zijn en eindelijk in het all-in-resort aankomen: “He, he, even zitten”. Maar dat terzijde. Het voelt dus even alsof de wind uit mijn longen geslagen is. Alsof al die vette plannen die ik in mijn hoofd had misschien daar gewoon moeten blijven. Waarom al die moeite? Pff…. Ik ga inderdaad eerst even zitten en bijkomen, dan eens rustig overleggen met die ziekte, wat komt hij nou eigenlijk doen hier? Let’s get to know each other, dude, before you kill me. Zoiets.
Een vragenlijst van dertig kantjes verzamelt info om te proberen te correleren welke omgevingsfactoren te maken hebben met het ontstaan van ALS. En, I kid you not, vraag 21i: “dronk u koffie met melk uit een kopje of een beker?”. No joke – ik stuur een foto als je het niet gelooft. Tsja mensen. Aan jullie dus de vraag. Gok je op kopje of beker? Met getuite lippen of slurpend, of allebei? Neem je het risico ALS te krijgen als je voor de een of de ander gaat? Ik bedoel maar. Niets is zonder risico. Waarmee ik het onderzoek absoluut niet belachelijk wil maken (wat ik er tot nu toe van snap is het echt een fors complexe ziekte en is onderzoek nog wel even nodig (waarbij ik even op mijn zelfbeheersing wijs om niet iedereen naar donateurschap van de ALS-stichting te lullen)), maar toch, je moet het risico maar nemen: beker of kopje. Doe eens raar morgen en drink het zonder een van twee – gewoon met je handen een bakje maken en dat recht onder de automaat houden!
Ik heb het nog even aan mijn engelbewaarder gevraagd. Of eigenlijk ben ik direct naar zijn baas gegaan. Gast, wat is dit? Ik vroeg het terwijl ik in typerende Garmt-stijl met een bescheiden cruise-snelheid van 90 de bocht naar de a2 nam. Dat is prima verantwoord want ik was niet eens tegelijkertijd aan het whatsappen en spotifyen op datzelfde moment. Het antwoord kwam, vanuit zo’n plek dat je weet dat het klopt, ook al geloof je niet in god en engelen: gast, wat denk je zelf. Hij was te druk met ervoor te zorgen dat mensen om jou heen niet doodgingen. Let je een beetje op die gele VW polo daar? OK. Fair enough.
Ik hoorde een toevallig opgenomen telefoongesprek van mezelf met een vleigtuigmaatschappij, een jaar of drie geleden. Mijn god, was ik dat echt? Ik heb medelijden met de arme man aan de andere kant van de lijn. Een franse ADHD-rapper flowt minder woorden in een seconde dan ik daar doe. Een afvalpersinstallatie laat meer ruimte voor weerwoord dan ik geef. En ik realiseer me: dat is voorbij. Afscheid van nemen. Dag hoor. Zo praat ik niet meer. Kan ik niet meer praten. Doet de tong niet meer. Jammer joh. Ja, het blijft stukjes afhappen, voorzichtig kauwen, met je tong verkennen of er geen steentjes of pitten inzitten, en je dan afvragen hoeveel van dat soort stukjes nog moeten komen. Nog een gang? Een heel diner? Een heel pakhuis? Kan ik dit optimistische nep-blij-eierigheidje volhouden (voor de verse lezer, de berichten die u de afgelopen paar keer van me gezien heeft zijn, voor een Garmt-gemiddelde, bijzonder extreem optimistisch (of, zoals M. vroeg, toen ik woensdag een beetje teneergeslagen was: “was je dat ook wel eens voordat je ALS had? of is het gewoon de garmtcyclus?”… sommigen menstrueren, anderen hebben een Garmtcyclus)) met af en toe een klein snikje of ga ik daadwerkelijk nog met een knuppel een heel flatgebouw omtimmeren? Volgens mij ben ik helemaal niet zo zen dat ik dit in mijn leven kan verwelkomen en me dan rustig aan mijn ziekte kan overgeven. Maar elke keer dat ik “godverdomme” wil zeggen denk ik eerder “he, man, dat kon je zeggen toen je 15 was, nu niet meer” dan dat ik “ja lekker!” denk. Het wordt me nog een mooie uitbarsting als het eindelijk zo ver is.
Morgen gelukkig nog niet naar het werk. Veel thuis zijn begint wel saai te worden, maar zolang ik nog zo emotioneel labiel ben dat ik op willekeurige momenten in huilen uitbarst (hee… zou het helpen om onder een boete uit te komen? agent, ik vind het zo eheheheherrgggg (oh wat erg! wat erg! (de grapjes worden wel heel inside-joke nu))) en zolang ik nog even kan riden op de sympathy wave neem ik de tijd om rustig in te pakken voor lowlands. Ik zoek dus rust maar kan tegelijkertijd niet zonder de mails en tekenen van leven die jullie ons sturen, dus hou alsjeblieft niet op. Ook al reageer ik dus wat trager dan normaal.
Kusjes, allemaal, lieve mensen, ik kan nog uren zo doortikken, maarja.